7 tips om Hout te drogen

Als je een stuk hout hebt dat nog nat is, zal je er iets mee moeten doen om te voorkomen dat het hout gaat scheuren. Je hebt daarvoor een aantal opties. Een ervan is het hout meteen verwerken, bijvoorbeeld door er met houtdraaien een schaal van te maken. Een andere mogelijkheid is het hout in kleinere stukken te zagen, en het dan te laten drogen.

Na een uitleg over de verschillen tussen nat en droog hout geef ik je 7 tips om nat hout te drogen.

Wat is nat hout? En wat is droog hout?

Dat is een goede vraag. Voor mij geldt: als het hout nog vervormt nadat ik het heb gedraaid, dan is/was het nog nat. Meten met een vochtmeter doe ik niet. Ik heb er zelfs geen. Ik weet als ik het hout koop bij een houthandel dat het droog is (ik vraag het altijd na). Dan is het meestal in de oven gedroogd, of minimaal 5 jaar oud en luchtgedroogd.

Nat hout wordt ook wel vers hout of groen hout genoemd. Ik vind nat hout een goede term. Vochtig hout kan ook. Het kan hout van een boom zijn dat 5 minuten geleden is omgezaagd, of 5 dagen, of 5 weken, of zelfs 5 maanden, zolang het nog niet helemaal droog is.

Nat hout bewerken

Nat hout laat zich makkelijk bewerken. Ik draai het hout graag als het nog nat is. Het spettert soms een beetje, maar de krullen zijn prachtig. Ook wordt je gereedschap minder snel bot, én ik vind het heel gaaf als de vorm van een schaal nog wat vervormt. Dat geeft een natuurlijker effect, en ik vind het leuk om op deze manier nog een samenwerking met de natuur te hebben. Meestal scheurt het hout niet. Ik heb een tijdje geleden een artikel geschreven over het drogen van een schaal uit nat hout.

Wil je iets anders maken van je verse, natte hout, hou er dan rekening mee dat het nog kan vervormen. Dat is onwenselijk bij potjes met deksels bijvoorbeeld. Of tollen. Die raken wat uit balans als het hout gaat drogen.

Het is dus mogelijk om hout, hoe nat het ook is, te bewerken. En dat is fijn, want nat hout is zo ongeveer het goedkoopste hout dat je kan vinden. Er is nog niks mee gebeurd namelijk.

Droog hout bewerken

Wil je geen vervorming van je werkstuk, dan is droog hout de beste keuze. Het spettert niet. Je gereedschap wordt iets sneller bot en er komt wat meer stof vanaf. Maar voor doosjes (potjes met deksel) en tollen is droog hout echt de allerbeste keuze. Droog hout kan je kopen bij verschillende (fijn)houthandels. Zoek naar inlands hardhout als beuken, eiken, essen, esdoorn, kersen, plataan, fruithoutsoorten. Dat zijn de fijnste soorten. Ik blijf liever weg van tropische (hard)houtsoorten, tuinhout en zachte houtsoorten zoals vurenhout. Niet onmogelijk om te draaien, maar minder fijn.

Blokken gedroogd esdoorn; perfect om te draaien

Het liefste wil ik precies weten waar mijn hout vandaan komt. Waar de boom stond. En waarom hij om ging/moest. Veel houthandels weten dat niet (soms wel trouwens, ik vraag er altijd even naar). Dus is het leuker om het hout zelf te drogen.

7 Tips voor het drogen van hout

Hoe kan je ervoor zorgen dat de kans op scheuren zo klein mogelijk is? Hieronder geef ik je een aantal tips om die kans te verkleinen. het zijn tips, en geen garanties dat het lukt of goed gaat. Er zijn verschillen tussen houtsoorten. Sommige soorten scheuren makkelijk, andere zijn haast onscheurbaar. Ik ga er voor het gemak van uit dat je een stam vers, nat, groen, vochtig hout hebt.

Een stammetje droogt zelden zonder scheuren

Tip 1: De kern eruit

Het is heel belangrijk om de kern uit het hout te halen. In de kern zitten maar heel weinig houtcellen in het rond, en hieruit ontstaan vaak scheuren bij het drogen.

De kern eruit halen gaat als volgt: splijt de stam. Dat kan met een kloofbijl, kloofwig met hamer, een kettingzaag of lintzaag. Dan heb je twee helften van een stam. Daaruit kan je vervolgens blokken zagen om schalen van te draaien, of nog verder splitsen tot spindelblokken voor langwerpige draaiwerken.

Wat als je de kern er niet uit haalt?

Dan is de kans op splijten heel groot. Hier volgen twee voorbeelden.

  • Voorbeeld 1: Dit komt voor bij takken. Het is een advies dat ik vaak geef: pak een paar vers gesnoeide takken om mee te oefenen met houtdraaien. Zolang er geen scheuren in het hout zitten, kan je het draaien namelijk. Maar houd er rekening mee dat de kandelaar, tol of oefenwerkstuk dat je er mee draait, gaat scheuren als het droogt. Soms geeft dat juist een leuk effect, bijvoorbeeld als je een paddenstoel draait van een tak. Je kan het scheuren dus ook gebruiken.
  • Voorbeeld 2: Boomschijven/stammen. Ik krijg vaak de vraag of je een boomschijf kan laten drogen zonder dat het gaat barsten. Het is haast onmogelijk. Het is de natuur van het hout dat het gaat scheuren, want het wil zijn spanning kwijt. Het kan helpen om het drogen af te remmen, dat bespreek ik verderop in dit artikel, maar zelfs dan blijft de kans heel groot dat het hout barst. Geen garantie, soms gaat het goed, maar meestal lukt het niet.
Een doormidden gezaagd stammetje moerbei. Het blijft mooi om het hout van binnen te bekijken.

Tip 2: Nat bewaren

Nu de kern eruit is, is het tijd om te kiezen wat je met het hout gaat doen. Ga je het nu draaien (of anders bewerken)? Of wil je het binnenkort draaien? Of ga je het laten drogen? Voor de eerste twee opties is deze tip, voor het drogen lees je beter tip 3 en verder.

Als je het meteen gaat bewerken, dan hoef je alleen maar het stuk hout op maat te maken, het aan je draaibank te bevestigen en de krullen te laten vliegen! Wel eerst even slijpen, tips vind je in dit artikel over het slijpen van houtdraaigereedschappen.

Wil je het binnenkort gaan bewerken, dan kan je het beter inpakken. Ik gebruik meestal van die plastic heroes zakken. Die zijn niet zo duur, en je kan ze hergebruiken als ze niet scheuren. Extra voordeel is dat ze transparant zijn, zodat je makkelijker kan zien wat er in de zak zit. Ze scheuren wel wat sneller dan vuilniszakken. Je kan hout op deze manier een hele poos goed bewaren, als het niet te warm is. Als het warmer wordt, of als je de zak met je hout binnen bewaart, heb je kans op schimmel. Dat is soms leuk, want het geeft mooie lijnen en kleuren in het hout. Maar wacht je te lang (vooral als het lekker warm is) dan kan het hout te ver doorschimmelen. Dan is het te zacht om te bewerken. Hout met een veranderde tekening door schimmels noem ik trouwens hout met slaap. In het Engels noemen ze het “spalted”.

Slaap in het hout kan mooie tekeningen geven. Dit beukenhout is deels lichter geworden, met donkere lijnen.

Tip 3: Schors eraf

Het is geen absolute must om de schors eraf te halen. Maar het hout net onder de schors kan beestjes aantrekken, zoals boktorren en bepaalde andere insecten die graag hun eitjes onder de schors leggen. De schors is in bepaalde gevallen, zoals bij berken, waterdicht, zodat het hout hierdoor langzamer droogt.

Soms kan je schors er zo vanaf pellen. Soms raakt het later pas los. Je kan ook een trekmes/haalmes of bijl gebruiken om de schors eraf te halen.

Tip 4: Drogen van hout

Wil je het hout laten drogen, dan is het handig om het kleiner te maken, in de buurt van wat je verwacht nodig te hebben. Ik mik vaak op 6×6 cm voor spindeldraaiwerk, hoewel het ook leuk is om dikkere stukken te hebben als het hout groot genoeg is. Laat de lengtes zo lang als handig is om te bewaren. Er kan altijd wat scheurvorming optreden aan de uiteinden, maar die kan je er af zagen als je het gaat draaien.

Hoe dikker het hout is, hoe langer het drogen duurt. Er wordt beweerd dat het 1 inch (2.5 cm, 1 duimdikte) per jaar is. Ik leg hout vaak te drogen voor een paar jaar. Dan weet ik zeker dat het droog is.

Je kan het drogen volgen door het hout te wegen, en het op het hout te schrijven, met de datum erbij. Dan weeg je een poos later weer, net zo lang tot het hout niet meer lichter wordt. Dat noem ik dan droog. Ik heb wel eens voor een spoedklus (liever niet, maar soms….) hout heel snel moeten drogen voor 5 pennen. Ik heb toen verschillende stukken te drogen gelegd. Een aantal als kleine plankjes, een paar als blokjes van 2×2 cm en ook een paar gedraaid tot circa 2 cm diameter. Uiteindelijk waren de gedraaide blokjes het snelste droog, niet gescheurd. Ik heb ze gewoon een dag op de radiator van de verwarming gelegd. Het kan dus snel, als het hout dun is. Maar als het hout dikker is, dan is langzaam het beste.

Wil je hout voor spindeldraaien gebruiken, dan is het handig om het hout dus “voor te draaien”, zoals dat genoemd wordt. Dan maak je het rond en leg je vervolgens de ronde cilinders/staven te drogen.

Voordraaien kan ook voor schalen. Een groot stuk hout, zoals een halve stam, kan je meestal niet zonder scheuren droog krijgen. Dus als je schalen wil maken die niet meer vervormen, dan kan je ze in twee stappen maken. Stap 1 is het rond draaien van de buitenkant, de schors eraf en een voetje onderaan de schaal draaien. Stap 2 is de schaal uithollen, maar de wand dikker laten dan ik normaal zal aanraden. Meestal is 2,5 tot 3 cm wanddikte genoeg. Ik smeer de kopse kanten van het hout in met wat verdunde houtlijm en laat het dan drogen. Dan hou je een iets kromgetrokken schaal over. Hopelijk (soms gaat het fout) is de vervorming niet te erg en kan je er opnieuw een schaal van draaien. Dan hou je een schaal over die perfect vlak en rond is, en dat meestal ook blijft.

Tip 5: Droog langzaam

Te snel drogen is niet goed. Dan scheurt het hout sneller. De oorzaak is dat er verschillen tussen vochtigheid binnen in het hout optreden. Het hout droogt sneller langs de kopse kanten. Probeer je hout voor te stellen als een bundel met rietjes. Open aan één kant.

Droog het hout op een koele plek. Dus niet vlak bij een kachel, verwarming of in de volle zon. Een plekje buiten (uit de regen, uit de zon) is prima, of in een onverwarmde schuur. Dan droogt het hout langzamer en dat is het beste tegen scheurtjes.

Tip 6: Smeer kops hout in

Je kan het hout insmeren met een middel om te snel drogen tegen te gaan. Ik smeer bij spindelblokken de kopse kanten in met oude olijfolie die ik ooit van een cursist heb gekregen. Dat vettige houdt de uitdroging tegen. Je kan ook paraffine gebruiken, kaarsvet, latexverf of speciaal in de handel daarvoor verkrijgbare middelen (end grain sealer). Er bestaan ook middelen die het hout impregneren (Pentacryl) en daardoor minder scheuren beweren te vormen, of zacht hout kunnen verstevigen (Polycryl). Deze middelen heb ik (nog) niet getest. Het zou soms handig kunnen zijn bij heel zachte houtsoorten. Maar eigenlijk ben ik er niet zo weg van. De meeste dingen die ik maak, zijn om uit te eten (eetkommen, saladeschalen), en daarbij wil ik geen chemische toevoegingen gebruiken.

Voor schalen gebruik ik zoals ik eerder al schreef, verdunde houtlijm. Hiervoor pak ik Titebond III. Die lijm is food-safe en zeer waarschijnlijk blijft het oppervlak met lijm toch niet achter in mijn uiteindelijke schaal. Ik verdun het ongeveer 1-op-1 met water.

Tip 7: Schrijf de naam erop

Ik schrijf de houtsoort en de datum op het hout als ik het te drogen leg. Het is heel handig om te weten wat het is. Soms is het minder makkelijk te herkennen, bijvoorbeeld als het hout een iets andere kleur krijgt door het drogen. Ook is het handig om de naam erop te schrijven als je niet zeker weet of je het hout later nog kan herkennen. Ik zet ook vaak de datum (maand+jaar) op het hout. En als ik het weet de plaats waar de boom stond, of andere herkenningspunten.

Conclusie:

Hout drogen is heel leuk. Dat voorop. Het kan ook uitdagend zijn, want je bent nooit helemaal zeker van een scheurloos resultaat. Ik hoop je met deze tips te kunnen helpen meer goede draai-stukken te laten drogen. Zodat je precies weet waar een stuk hout vandaan komt en je het verhaal erbij kan vertellen.

Probeer het drogen uit. Heb je veel hout, dan kan je overwegen om verschillende methodes te proberen zodat je meer kans hebt om werkstukken te kunnen maken van dat hout.

Ik heb onlangs ook een video gemaakt over dit onderwerp:

En als laatste: wil je leren hoe je met je perfect gedroogde hout allerlei prachtige dingen kan maken? Bekijk dan mijn Online Houtdraaicursusaanbod. Je steekt er heel wat van op!